De parels van west- Sumatra
Door: martine
Blijf op de hoogte en volg Martine
23 Juli 2016 | Indonesië, Bukittinggi
Oh, echt vreselijk zijn die moskee’s om half vijf s morgens, EEN HALF UUR LANG, hoor je heel veel gezang en Arabische teksten. Laat net ons guesthouse naast een moskee liggen.. Gelukkig zijn we goed voorbereid en hebben we oordopjes mee. Rond 8 uur staan we op en krijgen een westers ontbijt, heel fijn. Een gebakken ei met toast.
Na het ontbijt gaan we naar een winkel vlakbij waar ze mooie backpackspullen verkopen, Björn wil toch graag een backpack en wandelschoenen aangezien we al snel een grote wandeling willen maken. Hij slaagt goed en is blij dat hij nu ook weer een tas heeft waar hij zijn spullen in kan doen. Hierna vertrekken we naar Ngarai Sianok, een canyon net buiten de stad waar je lekker kan wandelen en een mooi uitzicht hebt.
We vinden het vrij snel en dalen af. Beneden ligt een klein dorp waar een man naast ons komt lopen en ons mee wil nemen voor een wandeling. Helaas hebben we niet zoveel tijd omdat we vanmiddag verder willen reizen naar de Harau vallei. We lopen zelf wat rond en genieten van de rust waar we zo naar verlangden. De klim omhoog valt wel tegen en eenmaal boven zien we allemaal aapjes bij het uitzicht punt. Super schattig komen ze naar ons toe en eentje heeft een babytje aan zich hangen.
Verder komen er een aantal mensen naar ons toe om met ons op de foto te gaan, echt bizar. Eerst zie je ze kijken, dan giechelen, dan komen ze naar je toe en vragen ‘photo?’ Vervolgens willen ze allemaal op de foto en ze lopen giechelend weg. We vallen hier erg op en blijkbaar zijn ze niet zoveel toeristen gewend, haha. We lopen terug naar het guesthouse en lunchen in de buurt waar ik bijna kwijlend fruit met yoghurt bestel. Zoveel zin in! Alleen blijkt de yoghurt een paar kloddertjes gedroogde kwark te zijn met fruit en heel veel zoete honingsiroop.
Al snel arriveert de taxi die ons naar de Harau vallei zal brengen. Dar hebben we bij en lodge gereserveerd, echt super handig dat we nu een Indonesische simkaart hebben. Het is een vallei waar niet heel veel accommodatie is, je kan er de jungle in en het schijnt prachtig te zijn.
Het voelt echt superluxe om 1,5 uur een privetaxi te hebben. Wanneer we aankomen is het muisstil, we horen enkel junglegeluiden van apen en krekels. De lodges zijn supermooi, het gekke is dat we de enige gasten zijn. Het ligt er verlaten bij en er loopt veel teveel personeel rond. We hebben een hutje met achter de hut een afgeschermd stuk grond met een wc (een westerse) en een douche. De douches hier zijn grote bakken en schepjes waarmee je jezelf overgiet.
We gaan wat drinken en een van de dames die hier werkt komt bij ons zitten en hoort dat we graag Indonesisch willen koken. Wanneer wij even later door het mini dorpje lopen komt ze naar ons toe n vraagt ons mee naar haar huis om te koken.
Toevallig blijkt zij de echtgenote te zijn van Abdi. Abdi’s homestay was een plek waar we graag hadden willen slapen maar die volgeboekt was. Wanneer we aankomen is het een gezellige boel met veel Nederlanders. Normaal gaan mijn nekharen overeind staan maar na dagen zonder toeristen is het ergens wel fijn. Ik help met koken en we eten met zijn allen aan grote tafels. Het uitzicht is prachtig, op de rijstvelden. Er wordt muziek gemaakt en het voelt nu echt als vakantie. We worden op de scooter teruggebracht naar de lodge waar het muisstil is.
We maken gebruik van de Aziatische douche en gaan slapen. Het is een vreselijk bed, net en houten plank. Ik slaap als en roos maar Bjorn maar moeilijk. Laten we hopen dat het aankomende nacht beter gaat!
21-7
Als we de ochtend erna wakker worden is het nog steeds stil op het terrein. We gaan vandaag met een gids de omgeving verkennen en een jungle trek doen. Een van de jongens die amper engels spreekt zou dit regelen. Hij komt aansjokken in zijn joggingbroek en zegt dat er enkel nasi als ontbijt is. We laten ons niet kennen en binnen 5 minuten hebben we een bord nasi met komkommer, kroepoek en nasi voor ons neus. Ik moet zeggen dat ik er wel een beetje aan begin te wennen.
Al snel bekruipt mij het gevoel dat de gids niet gaat komen. Ik vraag de jongen die het ontbijt bracht of de gids zo komt. Hij vraagt vervolgens aan mij de naam van mijn gids…
Tsja, miscommunicatie? Ik snap het niet, we zijn de enige gasten en als ze ergens iets aan kunnen verdienen is dat het organiseren van een uitje. In ieder geval bel ik direct Abdi op in de hoop dat hij nog een gids kan vinden. Gelukkig kan dit en een uur later staat daar zijn broer op de stoep. Gelukkig, we gaan de jungle in!
We lopen een stuk door het dorp en gaan op een gegeven moment omhoog en beklimmen de rotswand van de Harau vallei. Via jungleachtige natuur gaan we omhoog en zweten ons rot. Dit valt even tegen! Als we boven zijn is het uitzicht prachtig, ohhhh wat mooi.
We lopen langs een hutje waar ze de hennaplanten omzetten tot hennablokjes. Het is een heel traject van het stampen van de bladeren, het koken, uitlekken, nog eens uitlekken, twee dagen laten staan en uiteindelijk komen er blokken uit die in de fabriek tot poeder worden vermalen. Deze mannen werken hier een maand op de berg en wonen hier dan ook. Daarna gaan ze wee even naar huis en zo op en af. Verder komt er af en toe een werknemer die een 40 kg zware zak met henna de berg af draagt.
We mogen alles bekijken en ze willen met ons op de foto, ze toveren
allemaal een mobieltje tevoorschijn en zijn dolblij met de foto’s.
Na en rustpauze lopen we verder en komen langs een riviertje waar we kunnen zwemmen in het frisse water, we zien lang staart macacen en dalen via soms enge stukken de berg weer af. Ondertussen tovert de gids drie kartonnen ingepakte pakketjes met nasi goreng tevoorschijn als lunch. En jawel, het smaakt me weer! Dat komt vast door het warme weer.
Rond half vier komen we terug bij ons hutje en nemen we een douche in de mandi. Hierna relaxen we voor ons huisje en komen tot rust na deze tocht. We willen vanavond weer mee eten bij Abdi en gaan voordat het donker wordt richting zijn plek. Daar is het weer een gezellige boel met nieuwe mensen. We krijgen weer lekker te eten, ik krijg voor het eerst van mijn leven een verse passievrucht te eten en we doen nog maar eens een poging om de tas te lokaliseren. En nadat er eerst ontkent wordt dat deze gevonden is, wordt ik later teruggebeld met de mededeling dat hij terecht is! Joepie de poepie! Hij komt vannacht naar Padang en dan moeten we even kijken hoe we hem ontvangen.
Echt super fijn dit. Een van de chauffeurs van een stel zal over drie dagen naar huis vertrekken, Medan in het noorden. Hij biedt ons aan om me te rijden naar het Tobameer, waar we heen willen. Dit is een rit van 12 uur en na de afweging om met de lokale (enkel zitten) bus te gaan lijkt ons dit toch wel wat comfortabeler. Het lijkt een prettige, rustige man en we hopen dat hij een redelijke prijs vraagt.
We willen wel pas mee als we de tas in handen hebben, anders gaan we zelf naar Padang om de tas te halen op het vliegveld vliegen dan van Padang naar het noorden. Na wederom een fijne avond gaan we richting de lodge waar ook ik vannacht geen oog dicht doe. Ik heb overal pijn door het bed en Bjorn is inmiddels aan de reizigersdiarree. Wat een romantiek in de Harau vallei :D
22-7
Vandaag gaan we terug naar Bukittinggi en moeten we maar gaan netwerken om de tas echt in handen te krijgen. Het klinkt allemaal erg makkelijk maar we hebben al gemerkt dat de Indo’s allemaal niet zo snel zijn. Duidelijke afspraken maken is erg lastig en je mag pas iets geloven als je het ook echt ziet of hebt. Wij hebben geen energie om weer terug te reizen naar Padang om die tas te halen en willen hem graag laten bezorgen. Het is ongeveer drie uur in de auto, namelijk op een gekkenhuisweg. Eerst gaan we weer naar Abdi om daar te ontbijten, daar krijgen de gasten namelijk pannenkoek met banaan als ontbijt. Dat willen wij niet missen^^
Na het ontbijt mogen we van Abdi even gebruik maken van een van zijn hutjes en in de hangmat liggen. Bjorn voelt zich echt niet lekker en koortsig. Wanneer hij op bed ligt zoek ik contact met de Lost and Found van Garuda in Padang. Na enige moeite krijg ik een amper engels sprekend persoon aan de lijn die noch bevestigt, noch ontkent dat de tas in Padang is. Een duidelijke yes krijg ik er niet uit, haha. Gelukkig kan Abdi helpen en in het Indonesisch verder praten. Na een lang gesprek, veel mensen bellen en veel gedoe kan de tas dan bezorgd worden in het hotel waar wij gereserveerd hebben. We moeten het nog zien…
Rond het middaguur brengt een taxi ons naar Bukittinggi, de chauffeur blijkt Adri te zijn, dezelfde man met wie wij meerijden naar het noorden. Hij rijdt prettig, heeft een fijne auto, stoelen kunnen liggen en onderweg koopt hij voor Bjorn lokale kruiden medicatie tegen diarree. Een goede keus voor een lange reis denken we zo!
We slapen in een hostel waar ook een restaurant bij zit, Fort de Kock. De Kock was een Nederlandse commandant die in Bukittinggi gestationeerd was. Ze hebben hier ECHTE koffie, geen poeder, instant of mierzoete koffie. Een Italiaans apparaat waar we gretig gebruik van maken.
Na een weldadige lunch met, sorry: pizza en wedges, val ik in slaap. Ondertussen belt Abdi om te zeggen dat hij gebeld is dat de tas toch niet naar Bukittinggi gebracht kan worden… GEZEIK. Wel kan het in een dorp in de omgeving gebracht worden. We vragen de eigenaar van het café of hij iets kan betekenen, hij belooft de tas te gaan halen als die er is. We zijn blij dat de mensen zo behulpzaam zijn hier, anders hadden we uit moeten vinden waar dat dorp dan was en waar die tas dan misschien zou zijn.
Als ik om 6 uur wakker wordt na een middagdut is er nog geen tas. Net wanneer we denken in actie te moeten komen omdat het nu wel erg laat wordt, wordt er geklopt en de tas is er. We zijn erg blij. Bjorn gaat gelijk douchen met zijn eigen spullen en de meegebrachte radio gaat aan.
S’avonds is het druk in het café beneden en er is live muziek. We relaxen, kletsen met en van de medewerkers en spreken af dat hij ons morgen naar Maninjau lake brengt. Dat is een kratermeer op ongeveer een uur rijden van de stad af. We drinken wat en lopen een rondje door het stadje. De temperatuur is vandaag fijn en er hangt een gezellige sfeer op het centrale plein. Tot slot laat ik een henna tattoo zetten op mijn hand, de volgende ochtend heb ik een bloemen afdruk op mijn slaap zitten.
23-7
Wat hebben we eindelijk weer lekker geslapen, heel fijn. Ook Bjorn voelt zich gelukkig weer wat beter. Na het ontbijt vertrekken we met twee medewerkers naar het kratermeer. Het is een gezellige rit waarin we veel praten over het leven in Nederland en in Indonesië. We rijden langs de rijstvelden, palmsuikerplantages en staan uiteindelijk bij het uitzicht punt over het kratermeer. Daarna volgen er 44 gevaarlijke bochten naar beneden, mensen die mij goed kennen weten dat ik snel wagenziek wordt, spannend dus. Op wonderbaarlijke wijze houd ik me goed en het is echt genieten van het zo mooie uitzicht. Daarnaast is het vandaag ook erg zonnig weer, hetgeen alle kleuren nog beter tot zijn recht laat komen. We komen aan bij onze slaapplaats aan het meer. Bagoes cafe/ beach guest house heet het en het ligt er mooi bij. Je kan er lekker op het terras zitten en zwemmen in het meer.
We hadden veel plannen voor vandaag, zo wilde ik graag een scooter huren om rond het meer te rijden, kanoën, naar de warm waterbronnen, zwemmen, relaxen etc. Veel te veel in ieder geval. We gaan op zoek naar de warm water bronnen en treffen uiteindelijk achter een huis een gebouwtje aan. Er ligt water in het grote bad en tevens baddert er een stevige breed lachende Indonesiër in die zijn tanden poetst in het bad en alles lekker uitspuugt in het water. Niet helemaal wat we in ons hoofd hadden bij de ‘hot springs’ , hihi.
We gaan maar gauw terug en nemen een duik in het kratermeer, heerlijk water. Al snel verdwijnt de drang tot activiteit en we liggen de rest van de middag in de zon, lurkend aan een juice, lekker lezend met uitzicht op het water. Af en toe ruiken we vislucht van de vele viskwekerijen in het meer, voor veel mensen een nadeel voor ons niet zo. De middag gaat snel en als het echt donker is maken we ons klaar om wat te gaan eten. Het valt ons op dat er weinig toeristen zijn, we vragen ons af waar ze allemaal zijn. Via de enige weg door het dorp lopen we naar een, naar zeggen goed restaurant, WaterFront. Vanmiddag zijn we er al langsgelopen en hebben we kennis gemaakt met de eigenaar. Hij spreekt zelfs Nederlands en kletst aan een stuk door. Hij heeft als bijnaam meneer Stekelvarken en schijnt onder deze bijnaam in de Lonely Planet te staan. Hij vertelt trots dat hij ree en andere aparte dieren klaarmaakt. Het restaurant ziet er mooi uit met lichtjes, een terras op het water en schoon. Er is helemaal niemand, wat het aanzicht wat triest maakt. We krijgen goed te eten en deze man vertelt dat er weinig toeristen naar het meer komen omdat de gidsen hen hier weg houden. Als er dan toch gidsen komen dan vragen zij forse commissie. Hij is de dupe van de macht die de privé gidsen hebben… Erg jammer van zo’n mooie plek, hoewel hij erg optimistisch lijkt. We praten over van alles, hij zet speciaal voor ons Jan Smit op en laat ons een vruchtensap proeven van eigen plantage: Sirsak. Een zoetzure vrucht, erg lekker.
Bij onze slaapplek zitten we nog even en luisteren naar de krekels om ons heen. Het is een hele romantische plek dit meer. En ik zou ook iedereen aanraden om naar Lake Maninjau te komen en lekker te eten bij meneer Stekelvarken! Die naam komt volgens mij van het feit dat hij toeristen meeneemt om op wilde varkens te jagen, dat terzijde .
-
25 Juli 2016 - 16:45
Marloes:
Hahaha :'D wat leuk om te lezen allemaal! Je geeft een goed beeld van hoe t zou zijn geweest, net of ik een boek lees :) tof! Ben blij dat het allemaal zo bevalt. Heel veel plezier!! XxxMarloes -
28 Juli 2016 - 18:58
Danique Van Dijk:
Haha, ik lig al stuk vanaf de eerste zin.
Zo herkenbaar die moskees die in de vroege ochtend beginnen met "tetteren".
Dat was in 2002 ook al zo. Oordoppen kunnen fantastisch zijn. :)
En omnomnom, verse passievrucht. Was het lekker? :)
Hahaha, en die laatste zin van 21/7 is erg leuk.
Hahaha, weer een hardop-lach-moment bij het stukje over de Indier die zijn tanden poetst in de 'hotspring' en daarna alles in het water uitspuugt.
Je schrijft prachtig, Martine. Ook dat stukje over het restaurant van meneer Stekelvarken is bijzonder om te lezen.
Jan Smit is dan natuurlijk wel weer een beetje een domper. :p Maar wel erg leuk dat ie dat voor jullie opzette.
Misschien dat ik ook ooit wel een bezoekje ga brengen aan meneer Stekelvarken. :)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley